Krachttraining schema Wielrennen

1. Techniekfase schema
Doel schema: Eigen maken van basistechnieken binnen de krachttraining.
Bedoelt voor: Mensen die voor het eerst aan krachttraining willen gaan doen of al meer dan 2 jaar niet aan krachttraining hebben gedaan.
Frequentie: 1-2x per week (60 minuten)
Intensiteit: <50% van 1RM
2. Anatomische adaptatiefase
Doel schema: Lichaam laten wennen aan de belasting van krachttraining door in herhalingen te minderen en de intensiteit te vergroten. Technieken perfectioneren, zodat oefeningen gedurende de ‘’zware periodes’’ goed worden uitgevoerd.
Bedoelt voor: Atleten die de basistechnieken van krachttraining beheersen. Maar een tijd niet aan krachttraining hebben gedaan. Dit om het lichaam weer te laten wennen.
Frequentie: 2x per week (60 – 75 minuten)
Intensiteit: 40 – 70% van 1RM
3. Overgangsfase
Doel schema: Opbouwen naar maximaal kracht, zodat de atleet gewent raakt aan de belasting.
Bedoelt voor: Atleten die schema 2 ‘’anatomische adaptatiefase’’ hebben doorlopen. Nu bezig zijn met de voorbereiding op het wedstrijdseizoen/piekmoment.
Frequentie: 2x per week (60 – 75 minuten)
Intensiteit: 60 - 80% van 1RM
4. Max kracht fase
Doel schema: Maximaal kracht opbouwen. Atleten daadwerkelijk ''sterker'' maken, door op hoge intensiteit te trainen.
Bedoelt voor: Atleten die schema 3 ‘’overgangsfase’’ hebben doorlopen en toewerken naar het wedstrijdseizoen.
Frequentie: 2x per week (60 – 75 minuten)
Intensiteit: 85 – 90% van 1RM
5. Onderhoudsfase
Doel schema: Onderhouden van kracht, door de maximaal kracht om te zetten naar explosieve kracht. Explosieve kracht houdt het krachtlevel op nagenoeg hetzelfde niveau gedurende het seizoen.
Bedoelt voor: Atleten die dicht op het wedstrijdseizoen/piekmomenten zitten. Daarbij in ieder geval schema 2 hebben gedraaid.
Frequentie: 1 – 2x per week (45 – 60 minuten)
Intensiteit: 50 – 80% van 1RM